maandag 19 januari 2009

Ed Hoornik


De zieke schaduw van een lamp gaat trillen,
wanneer de vrouw opstaat en door de kamer loopt,
om uit een oude groentekist een kind te tillen,
dat schreeuwt en dat haar krachten sloopt.

Als dan het wicht van borst naar borst geschoven
zich zat drinkt en de slaap zijn oogen vindt,
wordt het zeer stil, tot bij de buren boven
een ander kind zijn jammerlied begint.

Dan zitten man en vrouw ledig tezamen,
zoo zitten duizenden in ied're stad,
een vette walm komt op de kleine ramen,
tevree spint in haar mand de moederkat.

Eduard Jozef Antonie Marie Hoornik (Den Haag, 9 maart 1910 - Amsterdam, 1 maart 1970) was een Nederlands dichter, behorend tot de Amsterdamse school. Aanvankelijk was zijn werk sociaal-kritisch. Zijn latere werk is sterk getekend door zijn ervaring als overlevende van concentratiekamp Dachau, en heeft daarom vooral de confrontatie met de dood als thema. Naast gedichten schreef hij ook toneelstukken, romans en essays.

Geen opmerkingen: