maandag 22 juni 2009

De zeldzame zeldzaamheid.

Als de hervormers verandering willen, dan zullen ze hun leiders moeten kiezen, hun visie op Iran uit de doeken doen en blijven stemmen op straat. Opnieuw en opnieuw. Thomas L. Friedman, columnist van The New York Times, hoopt en vreest voor de demonstranten in Teheran.
Bij onlusten in de Iraanse hoofdstad Teheran zijn doden gevallen. Berichten over het aantal lopen uiteen. Thomas Friedman: 'Als de hervormers verandering willen, dan zullen ze hun leiders moeten kiezen, hun visie op Iran uit de doeken doen en blijven stemmen op straat.'
De volksopstand in Iran heeft iets merkwaardigs. Hij is een zeldzame zeldzaamheid, zeldzamer dan sneeuw in Saudi-Arabië, onwaarschijnlijker dan een broodje ham bij de Klaagmuur in Jeruzalem, onwezenlijker dan waterskiën in de Sahara. Het is een volksopstand in een oliestaat in het Midden-Oosten.
Waarom dat zo uitzonderlijk is? Omdat in de meeste staten in het Midden-Oosten macht zich ontwikkelt uit de loop van een geweer en een vat ruwe olie. En die combinatie gooi je niet zomaar omver.
Olie is de voornaamste reden waarom de democratie maar niet doorbreekt in het Midden-Oosten, behalve in een van de weinige staten zonder olie, Libanon. Want als koningen en dictators de macht eenmaal te pakken hebben, dan kunnen ze zich ingraven, niet alleen door hun kwelgeesten in de gevangenis te steken en hun vijanden te vermoorden, maar ook door mensen om te kopen en olie-inkomsten te gebruiken om een gigantisch binnenlands veiligheidsapparaat uit te bouwen.
Er is maar één precedent van een op olie drijvende autocraat in het Midden-Oosten die werd afgezet door een volksrevolutie, en dat was in Iran.
Denk terug aan 1979. Toen het Iraanse volk in opstand kwam tegen de Sjah van Iran, met een islamitische revolutie geleid door Ayatollah Khomeini. Op zeker ogenblik, toen de massa's op straat kwamen en zijn gezag negeerden - en kogels meehadden - was het gedaan met de betovering en het regime van de Sjah.
De Islamitische Revolutie heeft de lessen van de Sjah ter harte genomen. Ze heeft de olierijkdom - Iran is de vijfde grootste olieproducent ter wereld, en voert dagelijkse ongeveer 2,1 miljoen vaten uit tegen pakweg 70 dollar per vat - aangewend om enorme delen van de bevolking om te kopen met goedkope huisvesting, overheidsbanen en gesubsidieerde voeding en benzine. Ze heeft haar middelen ook gebruikt om een grote krijgsmacht op de been te brengen (de Revolutionaire Garde namelijk, en de Basijmilitie) om zichzelf in het zadel te houden.
En dus is de grootste vraag in het Iran van vandaag: kan de groene revolutie geleid door Mir-Hossein Mousavi, die gesteund wordt door grote massa's demonstranten, het islamitische regime aandoen wat Ayatollah Khomeini en het Iraanse volk het regime van de Sjah aandeden: de betovering doorbreken zodat alle vaten en kogels betekenisloos worden?

Wat deze keer gebeurd is, is dat de woede op het regime zo groot was - met bijna 20 procent werkloosheid en een opkomende jonge generatie die het niet langer neemt dat hun mogelijkheden in het leven beknot worden door theocraten - dat miljoenen Iraniërs, geconfronteerd met de keuze tussen een donkerzwarte regimekandidaat en een lichtzwarte regimekandidaat, gekozen hebben voor de lichtzwarte kandidaat: Mousavi. Het Iraanse volk heeft de kandidaat van het regime uitgeroepen tot hun kandidaat, en hij lijkt door hen wel veranderd te zijn. Dat is de reden waarom het regime panikeerde en de verkiezingen vervalste.
De toneelauteur Tom Stoppard merkte ooit op dat democratie niet draait om verkiezingen, "ze draait om de telling".

Ja, de leider, Mousavi, is duidelijk minder progressief dan de meeste van zijn volgelingen. Maar dat kleine tikkeltje minder zwart van hem maakte bij zo veel Iraniërs zo veel opgekropte frustratie los en hoop op verandering dat hij een onafhankelijk kandidaat werd, en dat zijn stemmen daarom eenvoudigweg niet geteld konden worden; ze waren namelijk niet alleen een stem voor hem, maar bovendien een referendum tegen het hele regime.
Iraniërs die verandering willen, hebben al gestemd in het kieshokje, maar zullen nu opnieuw moeten stemmen met hun lichaam. Een regime zoals in Iran kan alleen omvergeworpen of veranderd worden als genoeg Iraniërs stemmen zoals ze dat in 1979 deden: op straat.
Daar is het regime het meest beducht voor, want het zal ofwel op de eigen mensen moeten schieten, of de macht afstaan. Daarom was het ook niet toevallig dat de 'opperste leider', Ayatollah Khamenei, de demonstranten in zijn toespraak vrijdag waarschuwde dat "straatprotest niet aanvaardbaar is". Zou de man nog weten hoe hij aan zijn baan geraakt is?
De uitdaging is aangegaan. Als de hervormers verandering willen, dan zullen ze hun leiders moeten kiezen, hun visie op Iran uit de doeken doen en blijven stemmen op straat. Opnieuw en opnieuw. Alleen als ze lichamelijk blijven opdagen, en het regime daardoor duidelijk maken dat ze niet afgekocht kunnen worden en het hoofd niet zullen buigen, kunnen ze ervoor zorgen dat hun stem meetelt.
Ik duim voor ze en vrees voor ze. Een meer gematigd bewind in Iran zou een enorm positief effect hebben op het Midden-Oosten. Maar wij en de hervormers mogen absoluut geen illusies koesteren omtrent de kogels en de vaten waartegen ze het opnemen.


Lange tekst maar de moeite waard, het lukt me aan geen kanten de link naar het artikel te openen, ik kan hem plaatsen en dat is het! :-(
Bron: DM

Geen opmerkingen: