Met Kerstmis wordt door christenen de geboorte van Jezus-Christus gevierd. De evangeliën van Lucas en Matteüs beschrijven de geboorte van Jezus. Vooral Lucas geeft brede aandacht aan de geboorte van Jezus in Bethlehem.
Het kerstfeest wordt in de westers-christelijke wereld gevierd op 25 december, maar in de Oosters-orthodoxe Kerken (zoals de Russisch-orthodoxe Kerk), wordt de Juliaanse kalender gebruikt, zodat het daar twee weken later valt. In veel streken zijn er tevens speciale vieringen op de avond ervoor (kerstavond, middernachtsmis) en/of op de dag erna. In West-Europa wordt 25 december als Eerste Kerstdag en 26 december als Tweede Kerstdag beschouwd.
Het feest is in grote delen van de Westerse wereld in hoge mate geseculariseerd en veel elementen in de wijze waarop men Kerstmis viert gaan terug op prechristelijke en Germaanse tradities.
De Germanen vierden rond Midwinter (21 december) reeds midwinter- of joelfeesten (winterzonnewende) waarbij het boze werd verjaagd en het licht werd begroet. In de Scandinavische talen heet Kerstmis tot op vandaag jul.
De kerstster is rechtstreeks terug te voeren op het kerstverhaal, zoals dat in het evangelie van Matteüs wordt beschreven. De Ster van Bethlehem gaf de plaats aan waar de Koning der Joden geboren zou zijn. De drie wijzen zouden volgens Matteüs deze ster volgen om via koning Herodes het kindje Jezus te bezoeken om deze geboorteplaats vervolgens te openbaren aan Herodes zodat het kindje gedood kon worden. De wijzen kwamen niet terug naar Herodes, dus gaf deze de opdracht tot de Kindermoord van Bethlehem opdat de geprofeteerde Messias hierbij zou omkomen. De Verlosser van het joodse volk zou immers als aangekondigde koning heersen, en Herodes achtte dit een bedreiging van zijn invloed. Hiermee is de kwaadschikse herkomst van deze ster theologisch bepaald.
De kerstboom (een spar, en geen dennenboom) gaat terug op een vruchtbaarheidssymbool. Over de ouderdom van het gebruik als kerstboom lopen de bronnen zeer uiteen. Waarschijnlijk hadden reeds de Germanen voor de kerstening rond de tijd van winterzonnewende (het joelfeest of Yule) een altijd groene boom in huis of op het erf. Vanwege deze heidense wortels heeft de Rooms-katholieke Kerk de boom lange tijd geweerd uit het christendom.
De kerststal is een idee van Franciscus van Assisi die in 1223 op het idee kwam een levende kerststal in het dorp Greccio (Italië) op te zetten. Het idee komt voort uit de vertalingen van het evangelie van Lucas, waarin staat dat Jezus in een kribbe gelegd werd, omdat er geen plaats was in de herberg. De plaats van een kribbe is de stal, wat een logische keuze lijkt als de herberg zelf vol is. Vooral katholieke gezinnen halen met Kerstmis het stalletje van zolder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten