adres: Hendrik Baelskaai 1/Vuurtorenweg
Deze vuurtoren, in de volksmond gekend als “Lange Nelle” is de vierde vuurtoren in de geschiedenis van Oostende en de derde op die plaats. Hij werd gebouwd in 1947 - 1949, is 65 meter hoog en telt 324 treden. De lichtsignalen -driemaal lang, het morseteken “O” (van Oostende)- verschijnen om de 10 seconden. De vuurtoren werkt volledig automatisch. Vroeger trad een noodverlichting op gas automatisch in werking als de elektriciteit uitviel. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de overstroming van 1953. Deze noodverlichting op gas werd -onder meer wegens het ontploffingsgevaar- vervangen door een systeem met automatisch startende reservelamp, gekoppeld aan een elektrische noodgroep op dieselmotor. Bron: Jean-Marie THEUNINCK & Claudia VERMAUT. Oostende, stad in zicht. Beelden en verhalen uit een stad aan zee. Oostende (Stadsbestuur), 2001.
Beschermd monument: 29 oktober 2004
Met zijn 65 meter is de Oostendse vuurtoren Lange Nelle de hoogste van de kust. Waar vandaag het Zeeliedenmonument staat, stond van 1771 tot 1944 de eerste stenen vuurtoren van Oostende. Die was al een tijdje buiten gebruik en vervangen door de lichtbakens op de plaats van de huidige vuurtoren. De eerste daarvan sneuvelde in de Eerste, de tweede in de Tweede Wereldoorlog. Om de drie achtereenvolgende lichtflitsen gaande te houden, moest de wachter van de vuurtoren om de anderhalve maand driehonderd trappen op om de lamp te vervangen. Het lijkt folkloristisch in 2003, jaar waarin tal van walradarketens de schepen zelfs in de dichtste mist feilloos de havens in leiden.
Aanvankelijk moesten de zeevaarders, wilden zij een haven aandoen, langs de kusten varen. Hier en daar brandde dan , op de stranden, een houtvuur die dan, nog wat later vervangen werden door olielampen, hangend aan een mast die op een duintop werd geplaatst. Deze lampen werden, door de zeelui, “vierboeten” genoemd.
Het was in de 14e eeuw dat de toenmalige graaf Lodewijk van Male, ziende dat de scheepvaart groter werd , beloofde de vuurbakens aan de Vlaamse kust te verbeteren ten behoeve van de zeevaarders. De eerste vuurbakens in Oostende werden omstreeks 1367 vermeld in de stadsrekeningen en waren in feite houten bouwwerken die zich op de duinen en op de staketsels bevonden om aldus de weg aan te tonen naar veilige lig- en losplaatsen.
De eerste vuurtoren. (foto hierboven)
Gezien deze signalisatie niet tenvolle voldeed werd, in 1771, besloten een stenen vuurtoren te bouwen aan de westkant van de haven, op de plaats waar momenteel het zeelieden monument staat. Deze eerste vuurtoren kreeg zeer snel de naam “ de Vlaggestok” mee, omdat er steeds een vlag wapperde boven het gebouw. Het signaalvuur werd eerst gestookt met steenkool en werd de eerste maal ontstoken in de nacht van 15 oktober 1772
De tweede vuurtoren
Gezien de eerste vuurtoren geen voldoening schonk en de zeevaart bestendig toenam, mede door de verdere bebouwing van de Zeedijk, werd besloten een nieuwe vuurtoren te bouwen, maar dan op een beter gelegen plaats, namelijk aan de oostzijde van de haven, op de plaats van de huidige toren. De bouw werd aangevangen in 1859 en in 1860 was deze beëindigd.
Deze toren deed dienst tot tijdens de eerste wereldoorlog en werd vernield door Engels geschut op 7 september 1915 Het waren Engelse schepen die van dichtbij de kust verschillende schoten hadden gelost waarvan een de toren had geraakt. Daardoor stortte de vuurtoren in elkaar en bleven alleen de arduinen voet en enkele brokstukken ter plaats.
De derde vuurtoren
Na het beëindigen van de eerste wereldoorlog werd de eerste vuurtoren terug in gebruik genomen en dit bleef duren tot in 1920, waarop een houten constructie werd opgetrokken op de plaats genoemd Halve Maan. Het was een houten toren die in dienst bleef tot 1926 met een elektrische installatie voorzien van een draailicht. In 1926 werd de volledige installatie afgebroken.
In de tweede wereldoorlog kreeg de vuurtorenwachter, van de bezettende overheid, de opdracht de apparaten te vernielen en werd de toren van een camouflage kleurtje voorzien, namelijk geel en groen. Bij hun terugtrekking werd de toren op 3 september 1944 vernield.
De vierde vuurtoren
In juli 1945 werd overgegaan tot het oprichten van een ijzeren constructie, 30 meter hoog, niet ver van de plaats waar de vroegere vuurtoren had gestaan. Reeds in mei 1946 werd het licht erop geplaatst dat voor de eerste maal werd ontstoken op 31 mei. Dat licht bevond zich 31 meter boven de zeespiegel en was zichtbaar tot op een afstand van 11 mijl
In september 1998 werd, in opdracht van het Ministerie van Vlaamse Gemeenschap de aandrijving volledig vernieuwd. Er werd gebruik gemaakt van een totaal nieuwe motorwormwielreductor van Italiaans fabrikaat voorzien van een rotor en een frequentieregelaar. De snelheid van aandrijving was identiek aan de oude situatie en voor fijnregeling werd een nieuwe frequentieregelaar geïnstalleerd. Alvorens het licht ‘s avonds aanschakelt komt de loodzware spiegelunit gedurende enkele minuten op snelheid door middel ban de nieuwe wormwielreductor. Er werd gezorgd dat voordat het licht van 2.000 watt aangaat, het geheel van spiegels de juiste snelheid heeft.
“ Lange Nelle “, want zo wordt de nieuwe toren genoemd, heeft reeds veel diensten bewezen aan de zeevaart en blijft hopelijk nog vele jaren in dienst ten behoeve van onze zeelui.
Geraadpleegde bronnen :Dag- en weekbladen
Schuttevaer - personeelsblad van de zeegroep der kust
1 opmerking:
Mooi verslag, Shosh, met veel plezier gelezen !
Meer van dat - Keep up the good work !
Mechelaar
Een reactie posten