Het Ensorhuis is het huis waar James Ensor de laatste 32 jaar van zijn leven sleet. Hij erfde het in 1917 van zijn oom Leopold Haeghman, die – net als Ensor’s ouders even verderop in de straat – een schelpen- en souvenirwinkel openhield. In het huis van zijn ouders is in zijn atelier op de zolder van het pand het leeuwendeel van zijn schilderijen ontstaan. Hij was er evenwel zo krap behuisd dat hij er zijn absolute meesterwerk ‘Intrede te Brussel’ nooit in zijn geheel heeft kunnen ontrollen.
De piano en het harmonium herinneren aan Ensors muzikale bedrijvigheid. Hij componeerde de balletmuziek ‘La gamme d’amour’ en de ‘Marche des Rotariens Ostendais’. Het harmonium was een geschenk van Albin en Emma Lambotte-Protin. Emma was Ensors trouwste mecenas. De mahoniehouten buffetkast maakt deel uit van de achtergrond van ‘De oestereetster’ (1882). In de eetkamer valt de neobarokke kast op, die op schilderijen en tekeningen terug te vinden is. In beide kamers hangen reproducties, o.m. ‘De verbazing van het masker Wouse’ (1889), ‘Maskers twistend om een gehangene’ (1891), ‘Oude vrouw met maskers’ (1889), ‘Muziek in de Vlaanderenstraat’ (1891), ‘De intrige’ (1890) en ‘De val der opstandige engelen’ (1889).James EnsorhuisVlaanderenstraat 27
Geen opmerkingen:
Een reactie posten