Claude Lévi-Strauss (Brussel, 28 november 1908 - Parijs, 1 november 2009) was een Frans etnoloog die werd beschouwd als een van de grote denkers van de twintigste eeuw. Hij had het structuralisme in de sociale wetenschappen grotendeels vormgegeven. Hij was van Joodse afkomst.
Lévi-Strauss studeerde filosofie, maar zou zich volledig gaan toeleggen op de etnologie. De filosofie was hem te abstract. In 1935 vertrok hij naar Brazilië om filosofie te gaan doceren aan de universiteit van São Paulo. Daar bestudeerde hij in zijn vrije tijd de indiaanse samenlevingen. Van zijn reiservaringen deed hij verslag in Tristes Tropiques (1955, Ned. vert. Het trieste der tropen).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef hij in ballingschap in New York. Daar ontmoette hij Roman Jakobson en maakte hij kennis met diens structurele taaltheorie. Daarin zag hij een mogelijkheid om het wetenschappelijke gehalte van de sociale wetenschappen te vergroten. In de jaren na de oorlog werkte hij zijn structurele antropologie uit in een omvangrijke reeks publicaties, waarin zijn belangstelling voornamelijk uitging naar de structuur van familiebanden, mythen en riten.
Van de wetenschappelijke pretenties heeft de structurele methode weinig waar kunnen maken. Het denken van Lévi-Strauss bevat in essentie geen of uiterst moeilijk te toetsen hypothesen, die meestal wel gebaseerd zijn op nauwkeurige observaties. De structurele antropologie bevindt zich daarmee dichter bij de speculatieve en interpreterende wetenschappen, als de psychoanalyse, dan bij de exacte wetenschappen. Hoe dit ook zij, in het werk van Lévi-Strauss worden de meest uiteenlopende aspecten van de cultuur onderzocht, van de indiaanse maskers in de Amazonebekken tot de muziekdrama's van Richard Wagner of de sociobiologie en de populatiegenetica.
In 1973 ontving Lévi-Strauss in Nederland de Erasmusprijs en werd hij verkozen tot lid van de Académie française. Hij stierf op 1 november 2009, een maand voor zijn 101ste verjaardag.
Lévi-Strauss studeerde filosofie, maar zou zich volledig gaan toeleggen op de etnologie. De filosofie was hem te abstract. In 1935 vertrok hij naar Brazilië om filosofie te gaan doceren aan de universiteit van São Paulo. Daar bestudeerde hij in zijn vrije tijd de indiaanse samenlevingen. Van zijn reiservaringen deed hij verslag in Tristes Tropiques (1955, Ned. vert. Het trieste der tropen).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef hij in ballingschap in New York. Daar ontmoette hij Roman Jakobson en maakte hij kennis met diens structurele taaltheorie. Daarin zag hij een mogelijkheid om het wetenschappelijke gehalte van de sociale wetenschappen te vergroten. In de jaren na de oorlog werkte hij zijn structurele antropologie uit in een omvangrijke reeks publicaties, waarin zijn belangstelling voornamelijk uitging naar de structuur van familiebanden, mythen en riten.
Van de wetenschappelijke pretenties heeft de structurele methode weinig waar kunnen maken. Het denken van Lévi-Strauss bevat in essentie geen of uiterst moeilijk te toetsen hypothesen, die meestal wel gebaseerd zijn op nauwkeurige observaties. De structurele antropologie bevindt zich daarmee dichter bij de speculatieve en interpreterende wetenschappen, als de psychoanalyse, dan bij de exacte wetenschappen. Hoe dit ook zij, in het werk van Lévi-Strauss worden de meest uiteenlopende aspecten van de cultuur onderzocht, van de indiaanse maskers in de Amazonebekken tot de muziekdrama's van Richard Wagner of de sociobiologie en de populatiegenetica.
In 1973 ontving Lévi-Strauss in Nederland de Erasmusprijs en werd hij verkozen tot lid van de Académie française. Hij stierf op 1 november 2009, een maand voor zijn 101ste verjaardag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten