Zij
[voor S.P.]
Zij gelooft dat Valentijn eet
zoals zijzelf haar coq au vin.
Zij gelooft en gelooft
dat ze droomt en droomt
over de tafel waaraan Hij heilig eet:
granen, pompoensoep en kangoeroevlees.
Dat Hij ’s morgens eet
aan een tafel met vier poten
en ’s avonds aan een tafel met enkel drie poten.
Zij gelooft zowaar dat ze nadenkt of
op Valentijnsdag tafels niet genoeg hebben
aan twee poten
zoals mensen volstaan met twee benen
om rechtop te staan
en vandaag monogaam
en veelkleurig een postkaart te versturen.
Of een ring. Of wat dan ook. Een gebaar quoi!
Zij gelooft dat ze moeder is
van de vroomste dochter.
Ook nog in de diepe kloof tussen
waarheid spreken en vals liegen.
Dat ze Nietzsche’s koord is
gespannen tussen dier en Valentijn.
Al heeft ze telkens voor het slapen gaan
voluit weet van de hamers
waarmee de filosoof alle duistere
en Duitse muren sloopte:
De laatste christen was deze
die naast de Goede Moordenaar
roemloos stierf aan zijn éénpotige tafel
met een Romeinse lans in zijn lauwe lenden
en een onverteerde vis à l’ostendaise
in zijn drievuldig vergeten maag.
Hij, Hij, Hij. Altijd maar Hij.
Zij, Zij, Zij. Altijd maar Zij.
Gelukkig is er de morgen die komt
En haar weten bij het herhaalde opstaan
dat Magdalena al in de baarmoeder
uit haar lelijkste nek kletste en
haar moederkoek vervloekte.
Adieu Valentijn,
rot rustig verder aan Je eeuwig kruis.
[14 feb, 3:49; Valentijnsdag]
Eric Rosseel schreef dit gedicht, ik aanvaard het als het mooiste geschenk dat ik ooit voor Valentijn kreeg, rozen, champagne, juwelen, parfum vallen in het niet... naast een gedicht dat gevaarlijk dicht mijn essentie raakt.