zondag 15 mei 2011

The king of Yiddish Music: Leo Fuld - Where can I go? (Wo Ahin soll Ich ...



Lazarus 'Leo' Fuld (Rotterdam, 29 oktober 1912Amsterdam, 10 juni 1997) was een Nederlandse zanger, gespecialiseerd in het Jiddische lied.
Leo Fuld was de derde van 10 kinderen en groeide op in een arm joods gezin. Zijn vader, Louis Fuld, was koopman in ongeregelde goederen. Fulds zangtalent uitte zich al op jonge leeftijd tijdens diensten in de synagoge. Fuld kon goed leren en kreeg een studiebeurs voor het Nederlands-Israëlitisch Seminarium. Zijn ouders verwachtten dat de jonge Leo zou uitgroeien tot chazan, de voorzanger in de synagoge. Op zijn zestiende leidde Fuld al diensten in sjoels in de provincie.
Daarnaast zong hij ook wereldlijk repertoire in cafés. Hij debuteerde in café de Kool aan de Rotterdamse Kruiskade, hij zong daar 60 liederen voor één knaak. Het podiumsucces deed hem besluiten een auditie te doen bij de VARA-radio. Hij werd direct aangenomen en debuteerde naast Louis Davids. In 1932 vertrok hij naar Engeland om auditie te doen bij de BBC. Hij werd de eerste Nederlandse zanger achter de BBC-microfoon. Fulds performance werd opgemerkt door Jack Hylton, leider van een van de populairste showorkesten. Hij nam de 19-jarige mee op tournee. Leo Fuld zong een gevarieerd repertoire: naast schlagers en swing ook Jiddische volksliedjes.
Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vertrok Fuld voor optredens naar de Verenigde Staten. Het was zijn redding. Tijdens de oorlog werd Fulds gehele familie door de nazi’s vermoord. Fuld ging door met zingenin de oorlogsjaren. Hij trad tweemaal per week op in het Zeemanshuis en zong ook voor de radio bij het showorkest van Jack Hylton. Na de oorlog bleef hij in de VS. Hij groeide daar uit tot dé vertolker van het Jiddische repertoire. Hij werd wereldberoemd met nummers als ‘My Yiddishe Mama’, ‘Ich hob Dich zu viel lieb’, ‘Doina’ en ‘Wo Ahin Soll Ich Geh'n'’. Hij deelde het podium met Edith Piaf en Frank Sinatra. Veel van Fulds nummers worden deels in het Jiddisch en deels in het Engels gezongen. Soms zong hij ook in het Hebreeuws.
Fuld toerde de wereld over en was ook een graag geziene gast in de Arabische wereld. Hij trad meermaals op in exotische locaties als Libanon, Egypte en Tunesië, en stond in Parijs maanden samen met Edith Piaf in een programma in het ABC-theater op de planken. Hij richtte in 1956 in New York zijn eigen club Sabrah op, maar dat werd mede door een slepende ruzie met de buren geen succes. Fuld verkaste naar Las Vegas. Op 80-jarige leeftijd keerde de zanger terug naar Nederland. Met producer Mohamed El-Fers neemt hij nog één cd op, ‘The legend’. De cd wordt uitgebracht op het Ghanese label Hippo Records. Op de cd staan Fulds bekendste nummers, maar ze zijn door El-Fers voorzien van Arabisch aandoende arrangementen.
In het 1995 wordt er door documentairemaakster Netty van Hoorn een film gemaakt over zijn leven. De film leidde er toe dat Fuld weer media-aandacht kreeg, en de documentaire wordt genomineerd voor een Gouden Kalf.
Een jaar voor zijn dood trouwde Fuld voor de vierde keer in zijn leven. Fuld overleed op 84-jarige leeftijd in zijn woonplaats Amsterdam.

1 opmerking:

Suzanne zei

"When I was a child, on Sunday mornings the family would assemble around the blue-leather-covered gramophone to listen to records. Apart from the Light Programme, there was no music in the house during the rest of the week, and anyway, the star of my parents' collection of 78s was now heard only occasionally on the BBC. His discs, kept carefully in a cupboard in their paper wrappers, were placed on the turntable, the stylus lowered, and within a few notes we were all sobbing.
For the singer, Leo Fuld, was renowned as the leading exponent of Yiddish song; he was, as it turned out, the last great Yiddish star. Einstein was said to be a fan. Fuld had had two smash hits: one was a cover of Sophie Tucker's My Yiddishe Momma, but it was the second, Wo Ahin Soll Ich Geh'n (Tell Me Where Shall I Go), that had us crying our eyes out.
Tell Me Where Shall I Go told the story in two devastating verses, sung in Yiddish and English, of a man with no country."
(Linda Grand on Thursday July 26, 2007 in The Guardian)