Dit weekeinde draaien we de klok een uur achteruit en gaat de wintertijd opnieuw in.
In de nasleep van de oliecrisis van 1973 voerde Frankrijk de zomertijd in 1976 in om energie te sparen.
De Britse eilanden kenden de zomertijd al van daarvoor en de Benelux volgde in 1977.
De Europese en Belgische regelgeving leggen de zomer- en de wintertijd op, met als laatste wapenfeit een Koninklijk Besluit van 19 december 2001.
"krachtens deze richtlijn wordt er verduidelijkt dat de periode van de zomertijd, namelijk de periode van het jaar waarin het uur vooruitgezet wordt met zestig minuten ten opzichte van het uur van de rest van het jaar, vanaf het jaar 2002 en voor een onbepaalde periode, zal beginnen op de laatste zondag van de maand maart, om 1 uur 's morgens, wereldtijd (2 uur, plaatselijke tijd) en zal eindigen op de laatste zondag van de maand oktober, om 1 uur 's morgens, wereldtijd (3 uur, plaatselijke tijd)".
Zo stond letterlijk in het Staatsblad van 28 december 2001.
Anders gezegd: zondagmorgen 25 oktober om 03.00 uur draaien we de klok een uur achteruit, zodat we op GMT+1 komen in plaats van GMT+2, en zodat het nog maar 02.00 uur is. Kortom, drie uur wordt twee uur, en we kunnen van zater- op zondag een uur langer weten wij veel wàt doen. (belga/jv)
1 opmerking:
Voor wie nooit kan onthouden hoe het zit met zomer- en wintertijd zijn er ezelsbruggetjes.
In het Engels:
In de lente - spring - 'springt' de klok naar voren, (in de herfst - fall - 'valt' de klok naar achteren).
Het Nederlands kent ook een ezelsbrug, nog gemakkelijker eigenlijk:
In het voorjaar gaat de klok vooruit. (En in het najaar dus achteruit).
Simpeler kunnen we het niet maken ;-)
Een reactie posten